www.outofasia.nl

Mandalay en omstreken

9 december 2005

(de dag waarop het hielbandje van mijn sandaal doormidden scheurde en voor nog geen 20 cent is gerepareerd...)

Diederik en ik zitten alweer een tijdje (sinds zondag) in Mandalay, een oude hoofdstad van Myanmar. Morgen vertrekken we per boot naar Bagan (richting zuiden). Maar goed, eerst maar eens een update hoe we hier zo verzeild zijn geraakt.

Nadat we zaterdag eerst de omgeving van het Kandawgyimeer in Rangoon hebben verkend (heerlijk rustig in vergelijking met de rest van de stad), hebben we de nachttrein naar Mandalay genomen. Alleen liep het een en ander een beetje anders dan we ons hadden voorgesteld... We wilden bedden reserveren voor de prive-trein, maar om de een of andere reden werden dat stoelen in een trein van de overheid. Ruime stoelen, dat wel, maar van slapen kwam desalnietemin niet heel veel, aangezien de trein een hels kabaal maakte. Schreeuwen dus om elkaar te kunnen verstaan en lekker naar een muziekje luisteren was al helemaal niet te doen. Bovendien trilde de trein als een gek, in een vleigtuig zou het 'fasten your seatbelts' teken niet uit zijn gegaan bij turbulentie van dat niveau. En omdat het donker was, was er buiten ook al niet veel te beleven. En dan is een reis van 15 uur errug lang!!!! En als je daarbij dan ook nog eens een keer reisziek wordt... (Ik heb gelukkig steeds het toilket weten te halen :-)) Ik was blij toen we er waren. O ja, het uitzicht vanuit de trein de volgende onchtend adembenemend, veel tempels, dorpjes die langzaam ontwaakten, dieren die bij ons alleen voorkomen in de bio-industrie liepen vrij rond enz.

De rest van de dag heb ik niet veel gedaan, behalve geslapen en mijn maag wat rust gegund.

Mandalay

In tegenstelling tot het rustige, koloniale Rangoon is Mandalay echt een drukke, Aziatische stad met alle herrie, stank en toeterende auto's/motoren die daarbij horen. Weer even wennen dus...

Vanaf Mandalay Hill heb je een mooi uitzicht over de stad en het fort. Op de heuvel (en de weg erheen) zijn verschillende tempels te vinden, best grappig. Ook zijn er volop stalletjes waar eten, drinken en natuurlijk souverniers en relikwien verkocht worden.

Het fort is eigenlijk een stad binnen de stad, het ding meet 2 bij 2 kilometer. Het paleis in het midden kun je bezoeken, maar alleen via de ingang aan het westen (en natuurlijk stonden we verkeerd in eerste instantie en dus moesten we een heel eind omlopen!). De rest van de ommuring wordt als legerbasis gebruikt en is dan ook ten strengste verboden voor buitenlanders. Overal staan borden met wat wel en niet mag (niet de weg verlaten, geen foto's maken e.d.), het sfeertje is dus heel raar, wat aangewakkerd wordt door de vele propaganda borden.

Het paleis is een groot houten gebouw, of bestaat eigenlijk verschillende bebouwen. De meeste vertrekken zijn leeg, geen idee dus hoe het er ooit uit heeft gezien.

Met een fietstaxi hebben ze ons daarna rond laten rijden langs verschillende tempels, zoals de Kuthodow Paya, oftewel het grootste boek te wereld. In 729 marmeren stenen is de complete Tripitaka gekerfd. Tussen deze stenen is een hoop leven: overal kwamen mensen en vooral ook kinderen vandaan gerend toen ik ter eren van het Sinterklaas feest in Nederland taai-taai uit ging delen... Deze opdracht is dus geslaagd! (En zo zijn er wel meer, zie sponsoring.)

Om de paya te kunnen bezoeken, moet je 10 dollar betalen, het ticket is echter ook geldig voor de Atumashi Kyanug ("the imcomparable monastery", eigenlijk niet meer dan een grote, lege hal aangezien de rest door een brand lang geleden verwoest is) en de Shwenandawkan Monastery, een oud houten klooster.

***

Rondom Mandalay liggen verschillende oude hoofdsteden (Saigan, Mingun, Inwa en Amarapura) die alle vier de moeite van het bezoeken waard zijn. Dit kan met een taxi vlugvlug in anderhalve dag, of, zoals ik gedaan heb, per lokale bus/boot/paardenkar. Al duurt dat wel wat langer, haha.

Saigan

Na een nachtje (bijna een etmaal) slaap om bij te komen van de belabberde treinreis naar Mandalay zijn we de volgende dag naar Saigan gegaan. Met een busje, met heel veel mensen en nog meer bagage. Het blijft leuk (vond ook Diederik). In Saigan verder met de trisjaw, een fietstaxi. Of eigenlijk hebben we twee fietstaxi's, wat fijner is voor de chauffeur, omdat hij dan minder hard hoeft te trappen, maar ook voor ons, aangezien je bij een fietstaxi in Myanmar niet zij-aan-zij zit, als in Indonesie, maar back-to-back. En de hele tijd in zijn achteruit rondhobbelen is ook niet alles... In tegenstelling tot mijn chauffeur, spreekt die van Diederik ook nog eens een keer heel goed Engels en weet hij een hoop te vertellen over allerlei tempels die we bezoeken. (En dat voor $3 pp.)

De eerste stop is de Sandami Paya, een pagode uit 1444. Hoewel beschadigd tijdens een van de taalrijke aardbevingen in dit gebied (niet recentelijk hoor!), ziet deze tempel er op en top uit door de giften van allerlei gulle gevers. Er zijn zelfs mensen die met naam en toenaam zijn genoemd op speciale plakkaten of die een van de vele Buddha's op hun naam hebben staan. Ehhh.... De Aungmyelawka Paya die we vervolgens bezoeken is helemaal uit zandsteen vervadigd, maar de felle kleuren doen me soms denken aan een kleiwerkje van een kleuter/schoolkind. Maar wel mooi!!!!

Amarapura

In Amarapura is de zeer fotogenieke U-bein brug te vinden, een teak-houten brug van anderhalve kilometer, die zeer fotogeniek is. Door middel van de brug worden twee dorpen aan weerszijden van een meer (het Taungtmanan meer) met elkaar verbonden, wat leidt tot een hoop voetverkeer. Monniken en nonnen, maar ook bedelaars, vissers en verkopers, maken het plaatje compleet.

Halverwege de brug is een soort theehuis (trapje af, en je komt op een soort eilandje) waar je genietend van een kokosnoot ales en iedereen kan overzien, zoals de voetgangers, maar ook de bootjes en de landarbeiders met hun runderen.

In het dorpje aan de overkant van de brug zijn verschillende oude tempels te vinden, waarvan een aantal in Nepalese stijl. Ook hebben we getuigen mogen zijn van de lokale manier van lesgeven: de leerkracht zegt iets, de kinderen herhalen dit uit volle borst. En terwijl ee lokaal meerdere klassen kan herbergen, is het mij om eerlijk te zijn niet helemaal duidelijk hoe deze lesmethode efficient kan zijn.

Een paar kilometer vanaf de brug ligt de ommmuurde oude stad met Mansonryrhuizen en een klooster. De wandeling is een aanrader, te meer ook omdat je langs verschillende kleine dorpjes en tempels komt en een goede indruk krijgt van het leven op het plattenland.

Prijs bus: 200K

Mingun

Mingun is alleen per boot te bereiken, wat een mooie manier is voor de overheid om toeristen te traceren en om geld te verdienen. Na betaling van US$ 3 voor het bootticket en hetzelfde bedrag voor de entre, vertrekken we voor het tochtje over de rivier wat ongeveer een drie kwartier zal duren. (Hoewel de lokale valute de Kyat is, waarvan er 1000-1100 in een dollar gaan, moet je alle overheidsdingen in dollar betalen omdat ze harde valuata nodig hebben. Soms accepteren ze Kyats, zij het tegen een zeer slechte koers!)

Mingun is onder de Birmese bevolking met name bekend vanwege de grootste werkende bel ter wereld. En het ding is immens! Het weegt 90 ton en is 4 meter hoog. En inderdaad, bezoekers mogen er met een stok op slaan om te kijken wat voor een geluid het ding produceert. Best hard, dat mogen duidelijk zijn!

Verder is er in Mingun een aantal tempels te vinden, waaronder de Mingun Paya, eigenlijk niet meer dan een hele grote berg stenen. De oude koning was iets te ambitieus, de chedi is nooit afgekomen en nu loopt er ook nog eens een enorme scheur door het ding als gevolg van een aardbeving.

De mooiste tempel van Mingun is de Hsibyume Paya, een tempel die de Buddhistische kosmos symboliseerd. Een chedi (Sulamani Paya) hoog in het midden, met daaromheen zeven golvende terrassen die de heuvels rondom Mnt Meru voorstellen. De hele tempel is wit gepleisterd, maar omdat het een regenachtige dag is, steekt de tempel helaas niet mooi af tegen een blauwe lucht. Hoe dan ook, het is een mooie tempel en uniek in zijn soort.

En ondanks dat de vele mannetjes met paard en wagen in Mingun het tegendeel beweren: er is volop tijd om van tempel naar tempel te lopen en ze allemaal rustig te bekijken voordat de boot weer vertrekt. Want dat is toch wel een groot nadeel: er gaat maar een boot op en dag heen en weer.

Inwa

Wederom een stukje in een volgepakte bus (vanaf de kloktoren in Mandalay), dan een stukje met de fietstaxi, een stukje met de ferrie en we zijn in Inwa. Wat een dorp! Bij gebrek aan geasfalteerde wegen nemen we een paardenkar om ons te verplaatsen, een hobbelig ding. De eerste stap die we maken, na een tochtje langs allerlei tempels en rijstvelden, is bij het Bagaya Aung Teak Monastery, een oud houten klooster (zoals de naam al doet vermoeden). Mooie reliefs sieren de planken, het is een statig gebouw en bovendien is het lekker koel daarbinnen :-)

We karren door (letterlijk) naar een Masonry uitkijktoren, die ons een mooi uitzicht over de omgeving biedt. Helaas worden we echter achtervolgd door een horde kindertjes die allemaal heel graag hun kettinkjes en ansichtkaarten willen verkopen, die wij dus helemaal niet willen hebben... Dan willen ze snoep en shampoo, maar dat hebben we helemaal niet bij ons! Uiteindelijk blijven ze alleen een beetje om ons eenhangen en ons aanstaren, best.

Het volgende klooster is het Moha Aungmye Bonzan Monastery, een stenen klooster. Diederik wordt meteen door de kinderen (en monniken) verleid tot een partijtje voetbal, terwijl ik een rondje om het klooster loop.

Prijs paardenkar: 3000K

overnacht in Mandalay, Sabai Phuy Guesthouse (81th street, op de kruising met de 26th street), US$ 10 per nacht