www.outofasia.nl

Ubud

13 november 2006

Regenseizoen???

Het is november en het regenseizoen en de kalender zegt dat het zou moeten regenen. Dat heeft het ook, een paar dagen lang hebben we flinke tropische buien gehad. En toen is het droog geworden. En warm. Weg regen...

Om af te koelen willen de kinderen van het dorp 'zwemmen' in de rivier. Nu voel ik er niks voor om in mijn nakie te gaan, maar met kleren wellicht? Wanneer we een halve dag geen water hebben, besluit ik dat ik het aandurf. Wanneer tegen de avond het water weer begint te stromen, kies ik toch voor de beschutte douche. De kinderen houden echter niet op met zeuren (ARGGHHHH!) en uiteindelijk ga ik overstag. Het water is best lekker koel. Alleen de drollen die af en toe voorbij komen drijven vind ik niks! (Zoals ik al eerder schreef: in deze rivier wordt ook de afwas gedaan, ook bij mij thuis...)

Ubud

Weer een lesweek voorbij, wat vliegt de tijd zeg! Eigenlijk zou ik over twee weken alweer in het vliegtuig naar Nederland zitten, maar omdat mijn nieuwe baan pas op 1 januari zal beginnen, blijf ik hier een maandje langer. Zojuist mijn vliegtickets geboekt: op 27 december vlieg ik via KL naar Bangkok, waar ik de volgende dag wederom naar de gevangenis zal gaan, net als begin dit jaar. Op 29 december vlieg ik vervolgens naar Dusseldorf. Een rare constructie, daar ben ik me van bewust, maar hierdoor vlieg ik mooi een paar honderd euro goedkoper... (Heeft me wel anderhalf uur gekost om alles te regelen, maar even onder de AC op een warme dag is soms ook best lekker, haha.)

Maar goed, ik ben dus een weekendje in Ubud. De eerste dag verdomd weinig gedaan, mede omdat mijn broertje (die me zou brengen) nogal een kater had en niet echt vooruit de branden was. Naja, ochtendje rondhangen en woordjes stampen dus. 's Middags afgesproken met Willemijn (uit NL) en Theresa (uit Denenmarken), heerlijk gezwommen.

In de avond bezoek ik wederom een Kecak dans voorstelling (zie ook het vorige verslag). De dans blijft me boeien en nu ik deze uitvoering van de Ramaya een paar keer gezien heb begin ik de karakters ook steeds beter te herkennen en steeds meer (nog meer!) te waarderen.

Maar de omgeving van Ubud is echt te mooi om de hele dag in het zwembad te hangen. Voor 2 euro huur ik een mountainbike en ga ik op pad. De wegen zijn redelijk goed, alleen heb ik ff geen rekening gehouden met de bergen rondom Ubud. Afzien dus!

Ik fiets vanuit Ubud tussen de sawa's door in oostelijke richting, richting Goa Gaja. Dit is een grot met een beeld van Ganesh en een aantal Shiva Lingga (mag ik dit vertalen als heilig fallus symbool?). Naast de grot zijn een paar heilige baden. Ook zijn er nog resten van andere beelden te vinden, maar het geheel is eigenlijk niet meer dan een oude hoop stenen. Een stukje naast de tempel is ook nog een Budha beeld, een van de weinige in het overwegend Hinduistische Bali. Bij de tempel hangen allemaal 'irritante' mannetjes rond die gids willen spelen, maar die mij al snel met rust laten en me beginnen uit te horen over oude munten, gemengde relaties tussen Balinezen en Nederlanders en het verschil tussen hen en mij: goede baan en geen kinderen of geen baan en goede kinderen. Niet dat ik van al deze onderwerpen verstand heb, maar dat doet er niet toe.

Vanaf Goa Gaja loop ik door de rijstvelden en he bos naar Yeh Pulu, een andere oude tempel in de buurt. De Balinezen zijn nogal schaars met het plaatsen van bordjes, maar na een paar keer de weg gevraagd te hebben beland ik dan toch in de tempel. Hoewel de naam (Yeh, het Balinese woord voor water cq bron) doet vermoeden dat er water is, is de naam blijkbaar afgeleid van een uit de rotsen gehakte afbeelding. Een oud vrouwtje legt met grappige gebaren uit wat er te zien is. Ze spreekt noch Engels, noch Indonesisch. Aan het eind van de rit zegend ze me, het bidden heb ik inmiddels op school geleerd. En hoewel ik bijna altijd wel wat kleingeld op zak heb, is dat juist nu niet het geval. Jammer maar helaas. Volgende keer beter opletten.

Hoewel het wellicht lastig is om de weg te vinden tussen de twee tempels, kan ik iedereen wel aanraden om deze korte trekking te doen. De omgeving is prachtig en het dorpje is superleuk! Tuurlijk, niet zo leuk als Tajen, maar toch. :-)

Dan fiets ik verder naar Gunung Kawi. Hoewel de rit maar 15 km is, doe ik er superlang over. Maar het uitzicht over de sawa's is erg mooi en de dorpen zijn heel pitoresk. Stukje fietsen, stukje lopen, wat is de berg stijl en wat heb ik het warm. Drinken, drinken, drinken dus. Maar dat is het voordeel van Bali: in elk dorp zijn wel meerdere warungs waar eten en drinken te krijgen is. Ik kom langs verschillende tempels waar ceremonies of voorbereidingen voor ceremonies gaande zijn en ook daar word ik gastvrij onthaald voor een hapje en een drankje. En ik heb zelfs een voorraad water voor onderweg in mijn fietsmandje gelegd gekregen! Bovendien word ik een aantal keren bij mensen thuis uitgenodigd om wat te drinken en kennis met hun familie te maken. Dat er duidelijk weinig westerlingen in de dorpen komen (althans, die er niet met een auto doorheen krossen) blijkt wel uit de reacties van de mensen en met name die van de kinderen. Vele zijn superverlegen en de allerkleinste zijn ronduit bang: huilen geblazen dus!

Uiteindelijk bereik ik, een paar uur later dan gepland, toch de Gunung Kawi. De tempel is voor mij de mooiste van Bali. Uit de rotsen zijn verschillende subtempels gehakt en om er te komen met je een steile trap af tussen de sawa's door. Deze bestaan hier uit vele trappen, heel gaf om te fotograferen dus! Bovendien groeien er prachtige boemen, zijn er mooie bomen en een riviertje met een (kleine) waterval. Mam, weet je welke tempel ik bedoel?

De weg terug naar Ubud duurt niet lang. Ik hoef bijna niet te trappen, alleen maar te remmen. En zo voel ik aan het eind van de dag niet alleen mijn benen, maar ook mijn handen en armen. Een goede workout! Om spierpijn te voorkomen en af te koelen duik ik aan het eind van de middag maar weer het zwembad in. Ik heb echter behoorlijk last van zadelpijn na 35 km fietsen!

Tja, en dan blijf ik gewoon nog even in Ubud hangen. Internetdingen regelen en winkelen. (Nog nooit ben ik zo op tijd geweest met mijn december inkopen!) Ubud is niet voor niks het culturele centrum van Bali: er is een hoop houtsnijwerk, er zijn een hoop sierraden en ook heel veel ateliers met mooie schilderijen. Heerlijk om overal rond te slenteren en een kijkje te nemen. Sommige plaatsen zijn heel duur, maar overal valt wel af te dingen. En zeker op de markt kun je voor een prikkie slagen. Maar ik ga niet verklappen waarmee ik thuis ga komen, helaas.

O ja, ik heb de stoute schoenen aan getrokken en ben naar het Monkey Forest geweest. Na vorige week aangevallen te zijn door een aap, ben ik nu een beetje bang. De apen in Monkey Forest zijn echter een stuk liever en tammer dan hun broertjes in Ulu Watu. Terwijl ik een praatje maak met een van de opzichters heb ik al snel een paar kleine aapjes op mijn schoot. Eigenlijk zijn ze wel schattig ja. Maar apen blijven apen en om aandacht te krijgen beginnen te in mijn arm te knijpen. En onder mijn T-shirt. Wanneer vervolgens een van de grotere apen in mijn nek gaat zitten en mijn haar begint te plukken, is voor mij de grens wel weer bereikt. Ik smeer hem.

In het apenbos zijn verschillende tempels, Pura Dalem. De tempel van de dood. Wanneer je afdaald richting het riviertje kom je een klein basin met karpers tegen en verschillende mooie beelden, o.a. van dwarfpala's (tempelwachters) en komodo varanen. Ook is het pad langs de rivier een heerlijk plekje om gewoon rustig te zitten en wat te mediteren. Niet zo warm, wel heel vochtig, maar het kabbelende geluid van het water is niet te weerstaan.