www.outofasia.nl

Tempels

Ubud is een gezellig plekje in het midden van Bali en is door ons dus gebombardeerd (foute woordkeus, ik zit nu in Kuta...) tot uitvalsbasis voor allerlei trips naar andere delen van het eiland. Omdat er relatief weinig toeristen zijn en veel bureautjes met excursies, zijn mijn moeder en ik steeds de enige. Privevervoer voor een lage prijs dus! Naja, zelf doen is uiteraard goedkoper, maar nogal tijdrovend en niet te doen als 60-plusser. (Sorry mams!)

Besakih en Oost-Bali

Hoewel Besakih het hoofddoel van onze excursie door Oost-Bali is, maken er onderweg verschillende stops bij allerlei bezienswaardigheden. De eerste stop is Klungkung, een oude koningstad. Hier bezoeken we het Klungkung Palace, een statig paleis (meer een paviljoen eigenlijk) in het midden van een watertje, zeg maar ene soort gracht. Met name het dak van het paviljoen is erg mooi met allerlei beschilderingen en verschillende houten garuda's.

De volgende halte is de Pura Goa Lawah, afwel de Bath Cave Tempel. De vleermuizen die aan het plaffond van de grottempel hangen zijn niet zo groot, maar het zijn er wel veel. Het ziet dan ook letterlijk zwart van de vleermuizen! De tempel zelf is niet veel bijzonders, er wordt druk verbouwd, dus wellicht is het over een paar maanden beter. De mannetjes die bij de tempel rondhangen zijn erg grappig, verschillende vragen bij mijn moeder om mijn hand. Ik dacht het niet!

Het eerste Balinese strand dat ik te zien krijg is een zwart strand, dat krijg je op een vulkanisch eiland. Het weer is echter te slecht om een duik te nemen, helaas. Om die reden besluiten we ok Candi Desa, een superlux strandresort, over te slaan.

En misschien komt het door de regen, maar het Balinese aboriginal dorp Tenganan vind ik dus helemaal niks. Wat huizen, wat tempels (zoals in ieder dorp) en verder een hele hoop (zeg maar niks behalve) winkeltjes. Leuk dat die mensen heel goed manden kunnen vlechten en kalenders kunnen maken, maar die zijn op Bali overal te krijgen... Maar misschien heb ik iets over het hoofd gezien...

De weg verder naar Besika voert door de sawa's met de Gunung Agung, de hoogste berg/vulkaan van Bali, op de achtergrond. Erg mooi! Wanneer ik dat ook tegen onze chauffeur zeg, heb ik helemaal zijn dag gemaakt :-)

Pura Besakih, de moeder tempel, is tegen de Gunung Agung aangebouwd. De tempel is, vergelijkbaar met de Borobudur en de Prambanan op Java vijf jaar geleden, eigenlijk omgebouwd tot een grote kermis met allemaal stalletjes. In tegenstelling tot de Javaanse tempels is hier het entree-geld echter nog niet aangepast aan westerse maatstaven (5 euro). Daar staat echter wel tegenover dat je hier voor het zelfde bedrag een gids MOET huren, omdat je anders 'de weg kwijt zou raken'. Nu is de tempel best groot, het is eerder eerder een aaneenschakelingen van tempels, maar om daar nu in te verdwalen? Dat lukt zelfs mijn moeder niet (dit zijn haar eigen woorden!). En als de gids nu nog een beetje uitleg zou geven of ook maar iets zou zeggen... Nee, ik voel me een beetje genaaid. Eigenlijk nog meer dan bij de Borobudur en Prambanan. Maar goed, ondanks deze klaagzang is de Besakih wel een mooie tempel die zeker een bezoekje waard is. Je moet je alleen even eroverheen zetten dat je in Indonesie bent en soms een beetje afgezet wordt. En hoewel je je er soms tegen kunt wapenen, is er soms spraken van een monopoliepositie of kartelvorming en dan houdt het ene beetje op...

Tanah Lot

Net als zo ongeveer iedereen op Bali wil ook ik wel de zonsondergang aan de zee bekijken met een mooie temepel op de achtergrond. Hiervoor komen twee beroemde tempels in aanmerking: Ulu Watu en Tanah Lot, maar aangezien de eerste tempel volgens het tourbureautje te kampen heeft met aggressieve apen (zou me niks verbazen), is onze keus op de laatste tempel gevallen. Helaas is onze zonsondergang een beetje in het water gevallen, want hoewel de zon altijd schijnt ACHTER de wolken, moet hij er toch echt af en toe tussendoor piepen om een mooie gekleurde lucht te geven.

Neemt niet weg dat de tempel erg mooi is: een stijle rots in de zee met daarop een Hindu tempel, heel veel mensen die offers brengen en de zee die tegen de kliffen slaat. Ooit schijnt er een brug van de tempel naar het vastenland te zijn geweest, maar deze is door de ruwe zee weggeslagen. Om bij de tempel te komen moet je derhalve door het water waden.

Bij de tempel zit bovendien een heilige slang, aanraking van deze slang brengt geluk. Gelukkig is het beestje niet zo groot en gelukkig is-ie niet gevaarlijk. Voor mij een geluksslang dus :-)

Onderweg naar Tanah Lot toe zijn we bovendien naar de koninklijke tempel geweest. welke ik vanwege de pitoreske gracht om de tempel en de vele trapsgewijze dakjes (als de heilige Mnt Meru) erg mooi en fotogeniek is.

Het apenbos (Bukit Sari Monkey Forest) is ook erg leuk, totdat een van de apen besluit in mijn rok te moeten klimmen. Daar ben ik dus niet van gediend... En nee, ik heb niet eens pinda's of bananen bij me, alleen een camera. Maarja, aapjes hebben geen X-ray oogjes en kunnen dus niet daar een gesloten hand kijken. De truc is dan ook simpel: gewoon je lege handpalmen laten zien en ze gaan vanzelf weg! In de bomen hangen bovendien een hele hoop vleermuizen, man, wat zijn er veel van die beestjes hier!

Bij deze tempel is een goed systeem ingesteld om de paar touristen die er zijn eerlijk te verdelen over de gebruikelijke kraampjes bij de tempel: de verkoopsters leiden mensen rond en na afloop wordt men verzocht even naar het winkeltje te kijken. Onze gieds doet goed haar best, maar ze spreekt nauwelijks Engels. Aduh! Wel redt ze me van een brutale aap en wanneer ik haar bedankt middels het Indonesische 'terima kasih' vindt de rest van de rondleiding in het Indonesisch plaats. Ehhh... Geen idee in hoe verre mijn vrije vertaling overeen kwam met de werkelijkheid, maar ik ben een goede gids geweest voor mijn moeder, haha.

PDI

Het is sowieso wel een beetje een geluksdag voor mij: sinds ik in Indonesie ben, zie ik overal T-shirts (met mensen erin, dus niet te koop!) e.d. van PDI, de demoncratische partij van ex-president Megawati. En omdat PDI (protein disulfide isomerase) een van de eiwitten van mijn promotie onderzoek is, wil ik daar op zijn minst toch wel een foto van hebben, liefst met mezelf of Nijntje erbij. En dat is gelukt! PDI (niet het eiwit) heeft een of andere bijeenkomst gehad in Tanah Lot en ter ere daarvan hangt de hele straat vol met rode vlaggen. En de chauffeur (Made) is zo gek om bij een van de vlaggen te stoppen om me daarmee een foto te laten maken, jippie! (Zelf is hij trouwnes lid van PDI, zou ik dat ook kunnen worden?) Gezien mijn enthousiasme heeft hij vervolgens een vlag voor me geregeld, ik ben nu dus de trotse bezitter van een PDI-vlag!!! Rare lui, die wetenschappers, ik kan er ook niks aan doen...