www.outofasia.nl

Rangoon

3 december 2005

Zowaar een internetcafe in Myanmar waar ik kan internetten zonder beperkingen, hier is
software om alle censuur van de overheid te omzeilen, zelfs mijn hotmail werkt!!!!
(Planet internet, Botataung Pagoda Road)

***

De vlucht van Amsterdam naar Rangoon was lang, met zo'n extra stop in Munchen en Doha, maar eigenlijk heb ik geen reden tot klagen. Ik hoef immers niet het hele eind weer terug te vliegen :-) Het vliegtuig op het laatste traject, van Doha naar Rangoon, was maar een klein kistje met veel te weinig beenruimte, maar omdat ik 3 stoelen wist te claimen (ehhh....) kon ik zowaar een beetje slapen. Zo rond de klok van 7en ('s ochtends) zijn we veilig geland.

De douane in Myanmar verliep ook heel soepel, zowel mijn mobiele telefoon als mijn camera's zijn veilig het land ingekomen (al werkt mijn mobieltje niet). Ik moet wel eerlijk bekennen dat we een beetje mazzel hebben gehad: we hebben het foute mannetje aangezien voor diegene die onze transfer van het vliegveld naar het hostel zou regelen. Dat mannetje heeft dus mooi alles geregeld, toen ineens bij de uitgang van het vliegveld NOG een mannetje (en ditmaal wel echt voor ons) stond te wachten. Toch maar met hem meegegaan, geen seconde spijt gehad, want het hostel is uit de kunst.

Rangoon is een mooie stad, veel schoner, ruimer en rustiger dan andere Aziatische hoofdsteden (Diederik vindt het hier niet superschoon, overigens, dus verwacht maar niet te veel). Er zijn hier maar weinig andere buitenlanders, maar mensen staren je niet overdreven na.

's Middags hebben we de eerste tempel bezocht: de Botataung Pagoda. Integenstelling tot de meeste stupa's (klokvormige Buddhistische heiligvorminge heiligdommen) is deze hol van binnen. Je kan erin, het interieur is een soort doolhof van speigelglas met een hoop vitrines met allerhande Buddha-beeldjes. In verschillende hoeken zitten gelovigen te bidden.

Maar het complex is groot: ten westen van de stupa is een grote, open hal met een bronzen Buddha-beeld. Ook zijn er nog verschillende verblijven waar monikken zich ophouden.

Niet ver van de tempel ligt de haven. Hoewel de pier weinig sfeervol is, flaneren hier allemaal verliefde stelletjes. Er zijn een hoop containerschepen, er is een groot overslagterrein, maar er zijn ook kleine houten bootjes die voor weinig geld te veel mensen naar de overkant brengen. En er zijn een hoop duiven (het voeren van duiven brengt geluk in een volgend leven....)

Via allerlei markten met werkelijk vanalles (maar geen CD's en nep-merkkleding) lopen we naar de Sule Pagoda in het centrum van de stad. Na eerst zelf rondgekeken te hebben, stuiten we op twee Buddhistische monniken die hun Engels willen oefenen en ons wel een rondleiding willen geven. Waarom niet? De monniken, de mijne is 29 en al 10 jaar in het klooster, leert pas 3 maanden Engels en wil, zodra hij het Engels machtig is, naar India om zich in de leer te verdiepen. Hij vertelt over de opbouw van de tempel, welke vier ingangen heeft (naar de windrichtingen) en vele Buddha's, naar de 8 (?) dagen van de week. Rondom de stupa en deze Buddha's liggen nog allerhanden vertrekken met nog meer (afbeeldingen van) Buddha's, een drukte van belang dus. Na een uur gebabbeld te hebben over koetjes, kalfjes en Buddha verlaten we de tempel. We maken een afspraak voor de volgende dag om de Shwedago Pagoda te bezoeken.

***

De volgende morgen vertrekken Diederik en ik richting treinstation om kaartjes te boeken voor de trein naar Mandalay. Onderweg bezoeken we eerst de Shwe Bone Pwint, nog een tempel dus. Deze is minder groot, maar ook hier weer een grote gouden stupa en vele monniken (en een paar nonnen) en een hoop gelovigen. De tempel ligt een beetje van de grote weg af, en een wijk waar duidelijk nog niet veel blanken geweest zijn. We worden aangekeken en aangesproken wanneer we op een 'terras' iets drinken. De terrassen zijn hier erg grappig: de stoeltjes zijn zo'n 30 cm hoog en de tafel is net zo hoog als een westerse stoel. Even wennen dus!

De tijd lijkt stil te hebben gestaan in dit land. Er zijn relatief weinig auto's en mensen lopen en fietsen met grote manden met de meest uiteenlopende goederen. Er zijn handkarren. Heel gaaf om te zien!

Op een markt maken Diederik en ik de blits door ballonnen uit te delen. Verlegen kindjes komen langzaam dichterbij, sommige weten niet wat ze zien, anderen kennen het woord ballon wel (lijkt op het Nederlands...). Sommige volwassen willen ook wel een ballon. Ach, waarom niet.

Het kopen van een treinkaartje gaat soepeler dan ik gedacht had: hoewel we niet meteen bij het eerste loket geholpen zijn en een paar keer van het kastje naar de muur zijn gestuurd, hebben we wel binnen een klein half uur plaatsen gereserveerd. Helaas zijn het geen bedden (die waren vol), maar als het goed is kunnen de stoelen wel in een soort van slaapstand.

Via nog meer markten en kleine straatjes (het is hier een grote markt, lijkt het wel...) gaan we naar de Sule Pagode voor onze afspraak met de monniken, die al ongeduldig staan te wachten. Omdat de bus niet snel genoeg komt (en volgens de monniken 'voor arme mensen' is), nemen we een taxi. Bij de aanblik van de Shwedago Pagode maken de chauffeur en de monniken een 'wat' (een groet, je drukt je handen tegen elkaar en maakt een licht buiging). De chauffeur presteert het zelfs dit midden op een rotonde te doen, ehhh.... Maar de bescherming van Buddha, of gewoon de rijkunst van de goede man, werpt zijn vruchten af en er zijn geen vervelende ongelukken gebeurd.

In de auto late de monniken hun Engelse boek zien: een stapel kopietjes waar een hele dialoog (student/teacher) staat uitgeschreven. Inclusief woorden als shit en bullshit.

De Shwedago Pagoda is groot en onze 'gidsen' komen steeds meer los. Begint hun rondleiding met het bezoek aan verschillende 'fototentoonstelling' binnen de tempel, gaan we na verloop van tijd toch echt zelf rondkijken en foto's maken. Ze stimuleren ons om verschillende rituelen uit te halen, als het offeren van water, lucht en het slaan op de gong. Veel offers moet je naar ratio van je leeftijd doen (dat betekent voor mij dus 27 keer lucht offeren, dus aan het touwtje trekken wat een waaier bedient die hoog boven je boven een immense Buddha hangt), maar als je haast hebt is drie keer ook voldoende. Gelukkig maar!

Aan de overkant van de Shwedago Pagode ligt de Maha Wizaya Paya, een relatief nieuwe tempel. Het interieur kan me niet zo bekoren, er is een bos gecreeerd en er hangen blauwe en groene lampen en het lijkt bijna een Efteling taffereeltje.

Enneh, groepen toeristen zijn vaak irritant en Sisi's heb je hier ook. Nee, onze monniken zijn beslist niet wereldvreemd!!! Wanneer we wat drinken na afloop (monniken mogen na het
middaguur niet meer eten, maar blijkbaar wel drinken), bieden ze ons een slok van hun lokale drankje aan: suikerwater. Uit suikerriet wordt ter plekke vocht geperst, hier wordt ijs en een beetje citroen bijgedaan en klaar is Kees! Best lekker eigenlijk. Zodra ik dit zeg, wordt de lokale fanta snel verwisseld met het suikerwater. Niet eens een slechte ruil! Geen idee eigenlijk waarom de monnik, wanneer hij zin had in fanta, dat niet meteen bestelde.

We trekken veel bekijks, wat wil je, twee blanken en twee monniken. Met de bus (nu wel ja) reizen we terug naar de Sule Pagoda, waar de monniken naar hun kloosters keren en wij naar ons hostel. Wanneer we, zo rond de kerst, weer in Rangoon zijn gaan we hen zeker weer bezoeken.

Overnacht in Ocean Pearl Inn (bij de Botataung Pagoda) voor US$ 15. Gratis airport pick up!